Verslavingsproblematiek en re-integratie
Antwoorden van de commentatoren op de kennis- en leervragen

1. Zijn er – als het gaat om arbeidsparticipatie – specifieke aandachtspunten voor verschillende typen verslavingen? Zo ja, welke?

Er is te weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de arbeidsre-integratie van mensen met een verslaving om deze vraag te kunnen beantwoorden. De studies die er zijn, maken vaak geen onderscheid naar soort verslaving of beperken zich juist tot een bepaald type. Daarnaast komen vrijwel alle wetenschappelijke artikelen uit de VS. In Nederland is hiernaar dus nauwelijks wetenschappelijk onderzoek gedaan. Tegen die achtergrond moet ons advies worden gezien: echte harde wetenschappelijke uitspraken kunnen niet worden gedaan. NB: Deze conclusie onderschrijft de noodzaak van dit soort onderzoek, zeker gezien het feit dat – volgens het landelijke bevolkingsonderzoek NEMESIS 19 – 1 procent van de Nederlandse bevolking ooit een middelenstoornis ontwikkelt. (De Graaf et al 2010)).

2. Wat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek over over de terugval (recidive) van alcoholverslaafden?

Onderzoek op basis van de algemene populatie (o.a. via NEMESIS) – waarbij individuen op enig moment voldoen aan een middelgebonden stoornis (misbruik/afhankelijkheid) – toont aan dat het merendeel hier na drie jaar niet meer aan voldoet. De cijfers liggen tussen 69 en 92 procent voor wat betreft ICD-10 schadelijk gebruik en DSM-IV misbruik/afhankelijkheid (De Bruijn, Van den Brink, De Graaf, & Volleberg, 2005). Deze groep heeft doorgaans geen formele behandeling nodig en het beloop wordt niet gekenmerkt door episodes van terugval (Cunningham & McCambridge, 2011).

Daarentegen is het beloop van klinische populaties geheel anders. Zo’n 50 tot 70 procent van de mensen met een verslavingsdiagnose valt binnen een jaar na het beëindigen van een behandeling terug in middelengebruik (GGZ, 2013). Voor klinische populaties is terugval eerder regel dan uitzondering (zie ook Roozen & Wetering, 2009).

Verschillende onderzoeken wijzen erop dat werk beschermd tegen terugval en bijdraagt aan een betere psychische gezondheid. Werk zorgt voor dagstructuur en afleiding van de behoefte om te gebruiken. Het bevordert persoonlijke verzorging, leidt tot meer zelfvertrouwen en is gerelateerd aan een hogere kwaliteit van leven (Svikis et al 2011; Webster et al 2014 Richardson 2010, Strickler 2009). Wel is het zaak om te inventariseren hoe stressvol het werk is voor de cliënt. Stress kan de verslaving namelijk stevig aanwakkeren (Kosten, 2011).

3. Wat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek over de factoren die succesvol zijn bij de re-integratie van alcoholverslaafden?

De literatuur benoemt verschillende factoren die een positieve rol spelen bij arbeidsre-integratie van mensen met een verslaving. De eerste belangrijke factor die de kans van succesvolle arbeidsre-integratie vergroot, is de motivatie om te willen werken. Als de verslaafde heel graag wil werken, biedt dit perspectief op succes. Bovendien is abstinentie vaak een vereiste voor werk. Dit heeft ook een gunstige werking op het verloop van het verdere herstelproces (Strickler 2009; Koffarnus et al 2011). Een tweede, aan motivatie gerelateerde factor, is dat de kansen op succes het grootste zijn als het werk aansluit bij de interesses en wensen van de verslaafde (Strickler 2009, Hogue et al 2010). Dit is ook een belangrijk uitgangspunt bij Individuele Plaatsing en Steun (IPS), op dit moment de meest succesvolle methode om mensen met ernstige psychische problemen aan het werk te krijgen (Mueser & McGurk 2014). Ook voor mensen met een verslaving en psychische problemen is deze begeleiding effectief gebleken (Mueser et al 2011). Een derde belangrijke voorspeller voor succesvolle arbeidsre-integratie is het hebben van werkervaring. Onderzoeken laat zien dat mensen die veel werkervaring hebben gemakkelijker terugkeren dan mensen die geen of weinig werkervaring hebben (Strickler et al 2009 Hogue 2010).

4. Wat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek over de factoren die belemmerend zijn bij de re-integratie van alcoholverslaafden?

Verslaving hangt vaak samen met andere problemen, zoals het ontbreken van werkervaring en werkgerelateerde vaardigheden, lichamelijke of psychische problemen, sociale/familieproblemen of huisvestingsproblemen. Deze problemen kunnen zelfs een grotere belemmering voor arbeidsparticipatie vormen dan de verslaving zelf (Svikis 2012). Een andere belemmerende factor is chroniciteit. Uit de literatuur blijkt dat, wanneer de verslavingsproblemen langer spelen dit de kans op succesvolle werkhervatting verkleint (Richardson et al 2010). Ook het verslaafd zijn aan meerdere middelen tegelijk hangt samen met slechtere uitkomsten op werkgebied (Richardson et al 2010).

Verschillende auteurs geven ook aan dat zij vermoeden dat stigma en discriminatie van zowel professionals als werkgevers een belemmering vormen voor arbeidsre-integratie van mensen met een verslaving (Baldwin 2010; Biegel 2009; Strickler et al 2009). Veel mensen hebben een negatief beeld van mensen met een verslaving (Van Boekel et al 2013; Van Boekel et al 2014), wat er ook toe zou kunnen leiden dat verslaafden minder kansen krijgen op het gebied van werkhervatting. Zo vond Biegel et al (2009) bijvoorbeeld dat mensen met een verslaving geen kleinere kans hadden op een succesvolle arbeidsre-integratie vergeleken met mensen met ernstige psychische problemen, maar ze hadden wel een aanzienlijk kleinere kans op het mogen meedoen aan supported employment-programma’s, zoals begeleiding van een jobcoach (Biegel et al. 2009).

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document