Het project is in de periode juni 2020 – januari 2021 uitgevoerd door Aukje Smit, Frans Hoebink en Tinka van Vuuren, in samenwerking met een werkgroep bestaande uit arbeidsdeskundigen, de directeur van het AKC en uitvoerders van Stichting Gezel (zie bijlage 1). Op verzoek van het AKC is hiervoor de Theory of Change-benadering gebruikt.
Wat is een Theory of Change?
Een Theory of Change (ToC) geeft de oorzakelijke relatie tussen activiteiten en
effecten weer (zie schema 1). Een ToC bestaat uit:
Input: de benodigde middelen om de activiteiten goed uit te kunnen voeren.
Activiteiten: de acties die worden ondernomen om de beoogde effecten te bereiken.
Output: dat wat de activiteiten concreet opleveren.
Effecten: de veranderingen die worden bereikt. Effecten zijn er vaak in meerdere lagen, want het ene effect kan weer leiden tot een ander effect.
Axioma’s of aannames: deze beschrijven de voorwaarden om de gewenste verandering te bereiken.
Contextfactoren: de externe factoren die de ToC kunnen beïnvloeden, in positieve of negatieve zin.
Schema 1 Theory of Change
STAP 1: Opstellen Theory of Change
Samen met de werkgroep is in twee interactieve werksessies een ToC opgesteld over de aanpak binnen het project Zorgassistent-in-de-klas. In de eerste sessie zijn de missie en doelen uitgewerkt, evenals een globale uitwerking van de ToC. In de tweede sessie is de ToC meer in detail uitgewerkt.
STAP 2: Onderbouwing Theory of Change
Bij het onderbouwen van de ToC staat de vraag centraal of het aannemelijk is dat de beoogde effecten inderdaad worden bereikt met de aanpak. We hebben de ToC onderbouwd aan de hand van de volgende activiteiten:
Raadplegen stakeholders (zie bijlage 2) Stakeholders hebben tijdens een online bijeenkomst de werking van de ToC bevestigd (derde werksessie). Ook hebben ze verduidelijkende vragen gesteld, sommige onderdelen van de ToC aangevuld en tips gegeven voor een verdere onderbouwing vanuit de literatuur en de praktijk.
Literatuurstudie Een beperkte literatuurstudie is uitgevoerd om de effecten en axioma’s uit de ToC te toetsen en waar nodig aan te scherpen. We kwamen mede dankzij tips van stakeholders op een aantal wetenschappelijke theorieën uit die goed aansluiten bij de axioma’s en die getoetst zijn in de praktijk.
Cases Er zijn vier cases beschreven van ex-leerlingen van Stichting Gezel. Voor elke case is een interview afgenomen met de ex-leerling, de moeder en de betrokken jobcoach. Ook de betrokken regiocoördinator heeft input gegeven.
In kaart brengen van de output Voor alle ex-leerlingen is in kaart gebracht of ze een diploma hebben behaald en wat hun volgende stap was: werken en/of leren of anders.
STAP 3: Meetplan en meetinstrumenten
In een vierde werksessie hebben we met de werkgroep besproken hoe de effecten gemeten kunnen worden en of het bestaande instrumentarium van Stichting Gezel daarvoor toereikend is. Naar voren kwam dat een Excelbestand voor het bijhouden van de output handig was. Ook werd de vraag gesteld of het formulier ‘Evaluatie ontwikkeling zorgassistent’ veralgemeniseerd kon worden, zodat het ook bruikbaar was in andere werksettingen. Dit laatste bleek echter niet goed mogelijk. Het formulier is namelijk een hulpmiddel om specifiek zicht te krijgen op de ontwikkeling in relatie tot de functieomschrijving van zorgassistent in de klas. Het formulier is wel op basis van de ervaringen van Stichting Gezel vereenvoudigd. Ook is een formulier gemaakt voor de functie van zorgassistent in de ouderenzorg. Het formulier kan op maat worden gemaakt voor een andere functie.
STAP 4: Werkinstructie en lesplan
In een vijfde werksessie kregen we van de werkgroep input voor de werkinstructies en een lesplan om de methodiek uit te kunnen voeren en over dragen. Voor elke hoofdactiviteit en elk axioma hebben we werkinstructies gemaakt en opgenomen in de ToC. Het lesplan is een separaat document dat als basis kan dienen voor een training. De focus ligt op de vaardigheden die van belang zijn om de methodiek Volgend Sturen te kunnen uitvoeren.
STAIR 5: Bespreking conceptrapport en afsluiting
In een zesde werksessie zijn het conceptrapport en het lesplan met de werkgroep besproken. Op basis daarvan hebben we de stukken definitief gemaakt.