Bij zowel de workshop, de focusgroepen als de geraadpleegde experts bij de vertaling kwam naar voren dat het gesprek met werknemers en het objectiveren door te observeren en andere bronnen te raadplegen essentieel is voor het vormen van een deskundigenoordeel. De deelnemers adviseerden gebruik te maken van meerdere bronnen om te komen tot ‘objectieve’ oordeelsvorming. Ze gaven aan dat het niet mogelijk is de vragenlijst volledig in te laten vullen door de arbeidsdeskundige voor de situatie van de werknemer, omdat de arbeidsdeskundige onvoldoende zicht heeft op het merendeel van de domeinen.
De deelnemers gaven ook aan dat de arbeidsdeskundige in het gesprek met de werknemer de scores op de verschillende domeinen en dimensies van het instrument kan bespreken. De werknemer wordt hierin gevraagd om te waarderen wat hij of zij belangrijk vindt en wat minder belangrijk. Dit brengt zowel de knelpunten als de energiebronnen in kaart met betrekking tot de psychosociale arbeidsbelasting. Aan de hand van aanvullend onderzoek kan het opgehaalde beeld uit het instrument en gesprek worden getoetst. Te denken valt aan aanvullende informatie over de functie uit de organisatie, bijvoorbeeld een formele omschrijving van de functie en bijbehorende functiebelasting of een gesprek met HR/leidinggevende. Het is de arbeidsdeskundige die dit beeld toetst en hierin een professionele overweging maakt. Dit wordt gezien als het objectiveren van de ervaren belasting van de werknemer. Het ontstane geobjectiveerde inzicht in knelpunten en energiebronnen kan eventueel ook met de werknemer worden besproken. Vervolgens kan de arbeidsdeskundige (eventueel samen met de werknemer) bepalen of en welke acties en interventies ingezet kunnen worden. De interventies kunnen aansluiten op het benutten of aanboren van energiebronnen en op het werken aan knelpunten.