Werkgevers hechten veel waarde aan goede werknemersvaardigheden. Het gaat dan om vaardigheden die een werknemer in algemene zin moet beheersen om te kunnen functioneren binnen een bedrijf, zoals op tijd komen, je aan de huisregels houden (bijvoorbeeld melden als je ziek bent) en goed met collega’s of de leidinggevende omgaan. Een specifieke (voor)opleiding, voorkennis of relevante werkervaring vinden werkgevers minder van belang. Zo heeft de meerderheid van de werknemers in het onderzoek geen startkwalificatie. Dit lijkt echter ook samen te hangen met het soort werk. Bij deze werkgevers gaat het namelijk vooral om ongeschoold werk. Bij werkgevers die wel belang hechten aan opleidingsniveau, gaat het veelal om geschoold werk.
Ongeacht het soort werk geven alle werkgevers aan dat zij motivatie en interesse van werknemers het belangrijkste vinden. Ook inzicht in de eigen mogelijkheden en beperkingen en concentratie kunnen belangrijk zijn. Daarnaast gaat het om sociale vaardigheden, zoals collegiale betrokkenheid en proactiviteit. Ook noemt een groot deel van de werkgevers en arbeidsdeskundigen het belang van openheid over de beperking. Daardoor kunnen werkgevers beter omgaan met de mogelijkheden en onmogelijkheden van de werknemer. Nog een stap verder wordt acceptatie van de beperking genoemd als belangrijke succesfactor. Voor een deel van de werknemers in ons onderzoek blijkt het accepteren van beperkingen echter lastig. Ten slotte zien zowel werkgever als arbeidsdeskundige geloof in eigen kunnen als een bevorderende factor voor duurzame arbeidsplaatsingen. Het werkt echter ook andersom; het geloof in eigen kunnen neemt toe als de plaatsing goed loopt en iemand een vast contract krijgt. Het is belangrijk om te vermelden dat de privésituatie van de werknemer in sommige cases ook invloed had op het werk en de uitvoering daarvan. Een onstabiele privésituatie kan dan ook belemmerend werken en een negatieve invloed hebben op de werknemer(svaardigheden).