Ondanks de huidige krapte op de arbeidsmarkt is het voor werknemers met een arbeidsbeperking vaak niet vanzelfsprekend een duurzame arbeidsplaats te vinden. In dit rapport brengen we van 14 arbeidsplaatsingen bij 12 werkgevers vanuit drie arbeidsmarktregio’s het wel en wee in beeld van werknemers met een arbeidsbeperking in de eerste jaren van hun aanstelling bij een reguliere werkgever. Onder werknemers met een arbeidsbeperking verstaan wij: (potentiële) werknemers die aangeven dat zij door een langdurige aandoening, ziekte of beperking worden belemmerd bij het uitvoeren of verkrijgen van werk (Heerkens, Engels, Kuiper, Van der Gulden & Oostendorp, 2004).
Deze casusbeschrijvingen zijn het resultaat van het project Duurzaam Werk(t). Dit project is 15 november 2017 geïnitieerd door Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen (NVvA) en het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) en uitgevoerd door onderzoekers van het lectoraat arbeidsdeskundigheid aan de HAN University of Applied Sciences (HAN). De doelstelling van het project is inzicht verwerven in factoren die bijdragen aan duurzame arbeidsplaatsen van werknemers met een arbeidsbeperking in een reguliere werksetting en de manier waarop de inzet van arbeidsdeskundige expertise hierin kan bijdragen. Inzichten in deze factoren en in de rol van de arbeidsdeskundige hierbij, kunnen worden ingezet ter bevordering van duurzame arbeidsplaatsing en ter ondersteuning van werkgevers en werknemers met een arbeidsbeperking.
Centrale vraagstellingen van dit onderzoek zijn:
Welke factoren dragen bij aan duurzame arbeidsplaatsing van werknemers met een arbeidsbeperking?
Op welke manieren draagt inzet van arbeidsdeskundige expertise bij aan duurzame plaatsingen van werknemers met een arbeidsbeperking?
De Participatiewet en de Wet banenafspraak die in 2015 zijn ingegaan, hebben tot doel een snelle toeleiding naar werk te realiseren voor werknemers met een arbeidsbeperking. De arbeidsparticipatie van deze doelgroep is onevenredig laag. Bij de start van dit project in 2017 had een kleine 30% van de werknemers met een arbeidsbeperking betaald werk (CBS, 2018), tegenover ruim 70% van de niet-arbeidsbeperkten. De werkeloosheidscijfers lieten eenzelfde patroon zien: 13,5% van de arbeidsbeperkte beroepsbevolking was werkeloos; tegenover 5,5% van de niet-arbeidsbeperkte beroepsbevolking (CSB, 2018). Daarmee lag de arbeidsmarktparticipatie van werknemers met een arbeidsbeperking veel lager dan de arbeidsmarktparticipatie voor niet-arbeidsbeperkten. Dit verschil is sinds de start van dit onderzoek alleen maar toegenomen. Waar de werkeloosheid voor de ‘reguliere werknemers’ is afgenomen tot zo’n 3% in 2021 (CBS, 2021), weten we aan de vooravond van 2022 dat de coronapandemie negatief heeft uitgepakt voor de werkgelegenheid van mensen met een arbeidsbeperking (UWV 2021a, UWV, 2021b).
Werknemers met een arbeidsbeperking hebben niet alleen moeite om betaald werk te verkrijgen, maar ook om dat werk te behouden als zij zich eenmaal op de arbeidsmarkt begeven (Jehoel-Gijsbers, 2010). Van de jongeren met een arbeidsbeperking werkte slechts 39% eind 2019 na één jaar nog bij de eerste werkgever en 21% werkte na één jaar bij andere werkgever (UWV, 2021a). En deze cijfers dateren van voor de coronapandemie; de actuele (nog onbekende) cijfers zijn mogelijk nog ongunstiger. Veel werknemers met een arbeidsbeperking bevinden zich in een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Ze hebben bijvoorbeeld flexibele arbeidscontracten of werken in laagbetaalde banen in sectoren waar op termijn een krimp in werkgelegenheid wordt verwacht (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2020).
Het merendeel van de werkgevers in Nederland geeft aan bereid te zijn om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2019). Een klein deel daarvan, zo’n 20%, neemt ook daadwerkelijk mensen met een arbeidsbeperking aan (WEA, 2019). Dit percentage is al een aantal jaren redelijk stabiel, maar het verloop in arbeidsplaatsingen is groot (Inspectie SZW, 2018). Duurzaam aan het werk blijven is voor mensen met een arbeidsbeperking een belangrijk knelpunt gebleken. Naast maatregelen om werknemers met een arbeidsbeperking toegang tot de arbeidsmarkt te verschaffen, is het dus vooral nodig de duurzaamheid van deze plaatsingen te bevorderen (Van Echtelt, 2019) en te achterhalen welke factoren bijdragen aan duurzame plaatsing.
Recentelijk zijn er enkele onderzoeken verschenen over de creatie van duurzame plaatsingen (Beukema & Kuijpers, 2018; Regioplan, 2018; TNO, 2019). Toch weten we nog onvoldoende wat werkgevers in de praktijk doen om duurzame plaatsingen te realiseren en wat daarbij voor werkgevers en werknemers van belang is. Het bestuderen van de bestaande praktijken van reguliere arbeidsplaatsingen van een brede groep mensen met een arbeidsbeperking is daarom van groot belang om werkgevers meer handelingsperspectieven te geven.
Duiding begrip duurzame plaatsing
Het begrip duurzame plaatsing kent binnen onderzoek en de uitvoeringspraktijk van de sociale zekerheid verschillende invullingen. Deze studie beziet duurzaamheid vanuit de duur van het verblijf op de arbeidsmarkt. Een duurzame plaatsing hoeft daarbij niet te betekenen dat er sprake is van een life time employment bij een en dezelfde werkgever. Dit past niet meer in het huidige tijdsbeeld (Wielenga-Meijer, De Lange, Osagie, Ponten, Detaille, Duijker & Hanstede, 2017). Duurzame plaatsing kan eveneens betekenen dat de (arbeidsbeperkte) werknemer relatief snel een andere passende baan vindt. In veel studies wordt een plaatsing die 6 of 12 maanden na aanvang nog standhoudt als duurzaam gezien. Echter, veel meer dan een jaarcontract wordt bij deze definitie niet geborgd. Wij hanteren daarom een bredere definitie van duurzame plaatsing, namelijk:
een plaatsing die tussen start en drie jaar overgaat in een vast contract, of
een plaatsing die binnen drie maanden na baanverlies gevolgd wordt door een nieuwe baan voor de werknemer met arbeidsbeperking.
De inzet van arbeidsdeskundige expertise kan mogelijk gedurende het gehele traject bijdragen aan duurzame arbeidsplaatsingen. Van het moment dat een werkgever de intentie heeft om een werknemer met een arbeidsbeperking te plaatsen, tot het in dienst houden van deze werknemers. Kernexpertise van arbeidsdeskundigen is het beoordelen of ondersteunen van arbeidsmogelijkheden van werkenden en werkzoekenden, waarbij passende arbeid het doel is (Oomens, 2017). Arbeidsdeskundigen kunnen daarbij vanuit diverse perspectieven (gemeenten, UWV en werkgevers) een rol vervullen. Vanuit UWV, gemeenten of (met name grote) werkgevers zijn arbeidsdeskundigen in de praktijk soms al betrokken bij de plaatsing van werknemers met een arbeidsbeperking. Maar de inzet van arbeidsdeskundige expertise bij het bevorderen van duurzame arbeidsplaatsen is tot op heden niet wetenschappelijk onderzocht (Blonk, 2018). Dit onderzoek geeft inzicht in op welke manieren en in welke fasen van arbeidstoeleiding arbeidsdeskundige inzet van belang is. Zo kunnen zij werkgevers en werknemers met een arbeidsbeperking beter ondersteunen, en zo effectievere re-integratiedienstverlening realiseren.